‘Ik schreif faut’ van Martine Ceyssens is een gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners over omgaan met dyslexie. Lezen en schrijven is belangrijk in onze samenleving. Hier moeite mee hebben kan voor kinderen en volwassenen verstrekkende gevolgen hebben. Omdat kinderen met dyslexie moeite hebben met lezen en schrijven worden ze vaak voor dom aangezien, wat natuurlijk niet goed is voor het zelfvertrouwen van het kind. Gelukkig wordt er steeds eerder en beter op dyslexie getoetst. Ín ‘Ik schreif faut’ wordt eerst uitgebreid ingegaan op wat dyslexie is en hoe we het kunnen herkennen, waarna besproken wordt wat we aan dyslexie kunnen doen. Het boek gaat daarbij in op twee dingen: het behandelen van dyslexie – hoe kunnen we zorgen dat kinderen beter gaan lezen en schrijven, maar ook op het makkelijker maken van dingen voor kinderen met dyslexie, zoals het gebruiken van een duidelijk lettertype, het gunnen van extra tijd bij opgaven waar veel gelezen moet worden, het gedeeltelijk mondeling afgelegen van een toets enz. Dit om ook te zorgen dat kinderen geen negatief zelfbeeld krijgen en ook de kans krijgen om goede cijfers te halen, met name ook voor vakken waarbij lezen en schrijven niet de hoofdzaak is, zoals geschiedenis, aardrijkskunde ed. [Lees meer…]
Zelfhulp boek voor kinderen over pesten
Pesten – mijn boek over durf en zelfvertrouwen is een zelfhulpboek voor kinderen die gepest worden. Het boek is bedoeld om kinderen een steuntje in de rug te geven en ze daarmee meer zelfvertrouwen te geven. Via allerlei opdrachten (vragen, schrijfopdrachten, knutselwerkjes) moet het kind meer grip krijgen op e vervelende situatie waarin hij zit. Het boek begint met een paar vragen: Wat vind je super aan jezelf en wat vind je niet cool aan jezelf. En wat vinden anderen super aan jou juist niet cool? Waar ben je goed in en teken jezelf als je bezig bent met iets waar je goed in bent. Deze vragen laten het kind nadenken over zichzelf. Bovendien geven de antwoorden ouders weer inzicht in de denkwijze van het kind. [Lees meer…]
Voor goed lezen moet je goed kunnen zien.
Wat staat hier? Dit plaatje stond in een artikel op Ouders Online. Het duurde even voor ik het door had. Liever gezegd, er stond boven dat volwassen mensen dit niet konden lezen en kinderen die net begonnen wel. Ik had de oplossing nodig om door te hebben waarom net startende lezers de fout er wel uit halen en gevorderde lezers niet.
Het artikel bij Ouders Online gaat over kinderen (mensen) die niet goed kunnen lezen, terwijl ze niet achterlijk zijn en ook niet dyslectisch. Deze mensen kunnen fixatie disparatie hebben.
In het artikel bij Ouders Online vertelt Justine Pardoen wat het is.
Ze vinden me druk
Ze vinden me druk gaat over drukke kinderen en ADHD. Het gaat duidelijk niet over drukke kinderen mét ADHD, hoewel één van de kinderen in het verhaal (Bram) ADHD heeft. Maar de andere drukke kinderen in het verhaal, Samir, Jeroen en Maartje, hebben geen ADHD. Bij hen heeft het drukke gedrag een andere oorzaak. Bram heeft ADHD, krijgt medicatie en gaat naar speciale therapie. Het verhaal van Bram vertelt wat Bram denkt en doet. Hiermee krijg je inzicht in de levenswereld van een kind met ADHD. Ze zijn druk en maken dingen stuk, maar vinden dat ook heel erg. Ze kunnen er niet zoveel aan doen. Daarom gaan ze ook in therapie. Daar leren de kinderen ermee omgaan. [Lees meer…]
Vogel – over omgaan met leeftijdsgenoten
Op een dag wordt Vogel geboren. Hij is de sterkste van het nest en wil zo snel mogelijk leren vliegen. Hij gaat verder en verder en al snel kunnen zijn broertjes en vrienden hem niet meer bijhouden. Vogel gaat alleen verder en maakt grote reizen. Omdat hij alleen is leert hij niet met andere vogels omgaan. Als hij moe is en ergens terecht komt waar hij niet zo welkom is is hij in de war. Vogel moet leren dat hij niet alleen is en dat hij ook met anderen rekening moet houden.
Dit is in het kort het verhaal van Vogel. Vogel is een therapeutisch kinderboek voor kinderen van 4 tot 10 jaar. Door het verhaal van Vogel leren kinderen dat ze wel hun eigen leefwereld hebben, maar dat er ook anderen zijn. Dat die anderen wellicht andere dingen willen dan jij en dat je daarmee moet leren omgaan. Dat je ook rekening moet houden met wat anderen willen. [Lees meer…]
Kinderconsument opent meldpunt en onderwijs-aanbod t.b.v. cyberpesten
De voor veel ouders en leerkrachten “nieuwe wereld” van kinderen en jongeren op het internet brengt ook een nieuwe vorm van pesten: cyberpesten. Onbekendheid met hetgeen kinderen en jongeren op het internet doen en de angst van jongeren om pesterijen te melden, maken het bieden van hulp en het zoeken naar oplossingen voor deze nieuwe vorm van pesten vaak extra lastig. De Kinderconsument biedt scholen ondersteuning middels het nieuwe anti-cyberpestprogramma.
Stichting De Kinderconsument biedt vanaf heden een compleet anti-cyberpestprogramma voor het basis- en voortgezet onderwijs. Doel: de onzichtbare wereld van het pesten via internet en de mobiele telefoon weer zichtbaar en bespreekbaar te maken op school en thuis.
Leerlingen kunnen op één centraal meldpunt anoniem melding doen van pesterijen via internet, MSN en de mobiele telefoon. Scholen worden geïnformeerd over het internet- en cyberpestgedrag dat in hun school speelt en krijgen voorlichting, advies en begeleiding over hoe zij het probleem samen met de leerlingen en ouders kunnen aanpakken. Met het anti-cyberpestprogramma van Stichting De Kinderconsument hoeven scholen het niet meer alleen te doen!
Scholen kunnen het programma bestellen via de website: www.pestenislaf.nl
Bron: persbericht van de Kinderconsument
Als je kind leerproblemen heeft
“Als je kind leerproblemen heeft’ is een zeer informatief en handzaam boek voor ouders. In het boek, wat een duidelijke indeling heeft, staan veel ervaringen uit de praktijk van remedial teaching en huiswerkbegeleiding, afgewisseld met tips en informatie.
Allereerst krijgen we de indruk van de aard van de leerproblemen. Voorbeelden geven aan dat niet elke probleem, ook echt een leerprobleem is. Soms is een iets andere aanpak al voldoende om een gewenst resultaat te krijgen. Daarna volgt een overzicht van mogelijke oorzaken van al deze leerproblemen. Er is namelijk een grote toename van het aantal kinderen met een leerprobleem geconstateerd. Zijn er meer kinderen met leerproblemen of zijn we er alerter op. Zien we meer problemen?
[Lees meer…]
Stephen R. Covey
In de vakantie las mijn man het boek ‘De zeven eigenschappen van effectief leiderschap’. Regelmatig werden we hieruit geciteerd. Het klonk allemaal wel goed. Om geen achterstand bij hem te krijgen, ben ik er ook in begonnen. Er ging een wereld voor mij open. De Nederlandse titel van het boek dekt echter de lading niet helemaal. De Engelse titel ‘The seven habits of highly effective people’ veel meer. Het is niet alleen een boek voor leidinggevende in bedrijven. Ook voor gezinnen staan er hele duidelijke tips in. Een hele nieuwe way of life.
Maar na de vakantie kom je weer in het gewone werkritme. Het boek ligt klaar om gelezen te worden en belangrijker, om er wat meer naar te leven. Want één ding wat ik nog uit het boek onthouden heb ik delegeren. Ik heb een bedrijf aan huis en doe dus de huishoudelijke taken tussendoor. Zie ik iets liggen, dan pak ik dat, als het ff kan, even aan. Ongemerkt doe je veel, terwijl er toch meer mensen in huis rondlopen, waaronder twee kinderen, die best wel mogen leren ook dingen in het huishouden aan te pakken. Reden dus om het boek snel weer te pakken.
Dat delegeren wil er wel inbrengen. Heel kort – je maakt een lijst van taken die in en rond huis moeten gebeuren. Dit kun je wekelijks doen, maandelijks of wat het beste uitkomt. Iedereen kan aangeven welke taak hij of zij op zich wil nemen. Je verdeelt de taken. Als iemand een taak op zich neemt, is hij daar de verantwoordelijke voor. Met elkaar doe je dus de dingen die moeten gebeuren. Resultaat is dat iedereen wat doet en dat je ook nog tijd voor elkaar over hebt. Het boek had handige dingen voor mijn werk, maar ook voor het hele gezinsleven biedt het vele handvatten. Ik ga het snel weer verder lezen.
Voor iedereen die nieuwsgierig is: Dit is de website van de Covey-foundation. Jammer dat ze zich daar zo op manager richten, maar ach… de huisvrouw/huisman is tenslotte ook een manager: van het gezin.
Er is ook een boek voor pubers op de markt – dat wordt op dit moment gelezen door mijn zoon.
Kinderfeestjes
Ik breng de jongste even naar school. Op het plein ben ik hem natuurlijk kwijt, die loopt direct naar zijn klasgenootjes. Als ik met zijn juf sta te praten komt hij bijna huilend naar mij toe. Een jongen, van wie hij dacht dat het toch wel een vriendje was, geeft een feestje en heeft uitnodigingen uitgedeeld. Bijna alle jongens zijn uitgenodigd, alleen hij en een jongen die er in de klas een beetje uitligt, niet. Het is niet de eerste keer dat deze jongen hem niet uitnodigt. Ook al spelen ze al jaren samen in het voetbalteam en ook al zitten ze naast elkaar in de klas. Ik snap het niet, de juf snapt het niet, hoe moet hij het dan wel snappen. En elke keer verbaas ik mij erover hoe makkelijk kinderen hier mee omgaan. Zij moeten zich toch bewust zijn dat ze iemand kwetsen. En ik verbaas mij over de ouders. Hebben zij dat dan niet in de gaten? Walsen zij zo makkelijk over de gevoelens van andere kinderen heen. Als je dan echt een limiet aan het aantal kinderen hebt wat gevraagd mag worden en je weet dat je dus iemand kwetst, dan kun je toch op zijn minst even op de ouder afstappen en dat even uitleggen. Liefst van te voren, zodat een kind daar niet zo pontificaal mee geconfronteerd wordt en dat je als ouder een kind daar een beetje op kunt voorbereiden.
Maar kennelijk is niet voor elke ouder een stukje zorg voor een ander kind zo vanzelfsprekend.
Sfeer in de klas
Soms kan de samenstelling van de groep zo zijn dat er gewoon geen goede sfeer kan ontstaan. Niemand die er de vinger op kan leggen waar het aan ligt, maar de sfeer in de groep is ronduit slecht te noemen. Vriendschappen tussen jongens en meisjes konden opeens niet meer, want dan kwam er commentaar uit de groep. En natuurlijk waren de kinderen gevoelig voor de mening van de groep. Niet meedoen…dan viel je erbuiten. Wat doe je daar als ouder en als leerkracht aan. Niemand in de groep hoeft elkaars beste vriendje te zijn, maar dat kinderen niets durven te doen, niets durven te zeggen, omdat ze bang zijn dat ze dan daarop door een paar klasgenoten worden aangesproken, dat angst regeert, dat is erg en dat moet zo snel mogelijk worden opgelost. De kinderen moeten zich veilig voelen in de klas. Kinderen moeten leren voor hun mening uit te komen. Maar als ze dat niet durven, omdat ze bang zijn erbuiten te vallen is dat erg. Dan stopt een stukje ontwikkeling.
Een en ander is afhankelijk van de leerkracht van de groep. Hoe veel ziet deze en hoe sterk is deze. Er zijn leerkrachten die het wel zien gebeuren, maar niet de kracht hebben naar de groep toe om er ook maar iets aan te veranderen. Allerlei pestprojecten worden door kinderen niet herkend. Ze vinden het heel erg wat er in de voorbeelden gebeurt, maar betrekken dat nog niet op zichzelf. Als leerkracht moet je dat zien en kunnen aanpakken en als dat niet alleen lukt, is er altijd nog iets als de schoolbegeleidingsdienst, die als onafhankelijke de boel kan inventariseren en de kinderen erop aanspreken. En door een klein incident kunnen kinderen er zich opeens bewust van worden wat voor een effect hun handelen kan hebben. Wat de een ziet als een grapje, kan bij een ander heel hard overkomen. Kinderen moeten zich weer veilig voelen en ook durven aangeven wat ze niet prettig vinden. In de groep, alleen tegen de juf of meester of via een briefje, anoniem in een brievenbus.
Kinderen moeten bewust zijn van wat ze doen, zeker in de hogere groepen, waar toch van ze verwacht mag worden dat ze het effect van hun daden een beetje kunnen inzien.