Wie kent het programma Wie is de Mol eigenlijk niet? Wekenlang zitten mensen aan de buis gekluisterd en proberen uit te vogelen wie nu toch de mol is. Opeens weet je het zeker en dan, die avond, gaat jouw Mol eruit. En dan is de reeks weer afgelopen en is de Mol bekend. Een zwart gat. Weer maanden wachten op een nieuw seizoen Wie is de Mol. Maar dat hoeft nu niet meer. Je kunt Wie is de Mol gewoon het hele jaar door volgen, thuis in de huiskamer, met vrienden, familie en sinds kort, ook met de kinderen het De Mol spel te spelen. Want naast het spel voor volwassenen brengt Just2Play nu ook een De Mol spel voor kinderen vanaf ca 10 jaar uit: De Mol Junior. Geen moeilijke opgave tegen steile bergen, of op wiebelende touwtjes boven een ravijn. Maar met vragen en (moeilijke) antwoorden. En natuurlijk met een Mol. [Lees meer…]
Parado is een spel voor kinderen vanaf 4 jaar, of eigenlijk een coöperatief fantasiespel. Met elkaar speel je een verkleedfeestje na. Elke speler verkleedt een paar kinderen. Welke kleren de kinderen dragen bepaal je door het gooien met kleurendobbelstenen. Er zijn ook accessoires en die mogen de kinderen zelf uitkiezen. Samen beleef je dus de grootste lol, want er zijn allerlei combinaties nodig. Een stoere ridder met een zwembroek en flippers, of een voetballende prinses. Ook bij dit leuke spel zit een samenwerkingsopdracht. Want je moet je eigen kinderen aankleden, maar er komt ook bezoek en met elkaar moet je zorgen dat alle kinderen verkleed zijn voordat het bezoek komt en jij een mooie verkleedparade mag houden. 
Ik wist niet precies wat ik moest verwachten toen ik het Grote Bosatlasspel kreeg. Was het een spel om topografie mee te oefenen of was het meer? Dat laatste is zeer zeker het geval. Het spel is niet alleen topografie oefenen, maar dat wat wij Aardrijkskunde noemden op school. Vragen over mensen, plaatsen, natuur, cultuur, records. En dat over alle werelddelen. Hoe gaat het spel? Het spelbord is een wereldkaart met 6 werelddelen. Iedereen krijgt een paspoort en een pion. Na het gooien van de dobbelsteen kom je op een vakje met een onderwerp en je krijgt een vraag over dat onderwerp met betrekking tot dat werelddeel. Heb je de vraag goed, dan krijg je een fiche wat je in je paspoort bij het betreffende werelddeel kunt stoppen. Weet je de vraag niet, dan kun je passen, de vraag bij jouw deel van het spelbord leggen en het antwoord in de bosatlas zoeken. Ben je weer aan de beurt en weet je het antwoord, dan mag je het zeggen en krijg je alsnog je fiche. Het gaat dus niet alleen om parate kennis, maar ook om te leren zoeken naar informatie in de bosatlas, of desnoods op internet. Je mag van elk onderwerp maar één kaartje naast je neerleggen. Weet je bijvoorbeeld voor de tweede keer geen antwoord op een natuurvraag dan moet je één van de vragen wegleggen.
Nog geen uitgebreid verslag over de ervaringen van dit nieuwe spel van Scala Leuker Leren. Alleen een aankondiging dat het er is en dat de eerste indruk van dit spel weer zeer goed is. Hoewel het voor kinderen vanaf 4 jaar is, lijkt me dit ook het spel wat je prima met je grote pubers of wellicht met vrienden kunt doen. Melig word je er dan volgens mij wel van, maar leuk blijft het. Wat is de kern van het spel: Je hebt 3 2zijdige ronde speelborden waar een thema op staat, bijvoorbeeld strand, over zee of sneeuw en daarop zijn ontzettend veel plaatjes te zien. Vanalles gebeurt daar. Iedere speler krijgt een aantal stickers en dan wordt er aan een rad gedraaid. Daarop staan de opdrachten die je kunt krijgen. Ook deze draaischijf is tweezijdig. De opdrachten aan de ene kant zijn makkelijker dan aan de andere. De makkelijke zijn goed geschikt voor de jongere kinderen. Maar goed, je draait aan de schijf en krijgt een opdracht, bijvoorbeeld alles wat vliegt of wat je kunt eten, of wat stinkt. Zodra de tijd loopt probeer je zoveel mogelijk dingen te vinden die aan de vraag voldoen en daar plak je snel jouw kleur sticker op. Daarna ga je kijken wat iedereen heeft gevonden en of dat ook daadwerkelijk aan de vraag voldoet. Het zal bij de ouderen wat meer een gevecht opleveren en uit de kast komertjes als bij vliegende dingen ook tafels en stoelen worden meegenomen, omdat die thuis ook wel eens door het huis vliegen ;). De schijven zijn erg vol en er staat veel informatie op. Dat maakt het zoeken voor wat oudere kinderen leuker en spannender, maar ik ben benieuwd hoe dat is voor kleuters. Daar hoop ik binnenkort wat ervaringen over op te schrijven en ook dit spel zal ik weer bij de juffen van de onderbouw neerleggen. Ik kan mij voorstellen dat zij enthousiast zijn over dit spel omdat de vele dingen die op de speelborden staan ook goed zijn voor taalarme kinderen. Heel vaak gebruiken de juffen dit soort materiaal om kinderen die niet zo’n grote woordenschat hebben, spelenderwijs wat verder te krijgen. Maar later daarover meer en ook hoe het spel werkelijk is als je dit met een aantal grotere doet. Komend weekend volop de tijd om het met kleine (3 jaar, maar erg wijs) en grote (12, 15, 17 en 19 en nog ouder) te spelen. 
Weer een leuk en leerzaamspel van Scala Leuker Leren. Dit keer een ‘groot’ spel voor de kleuters: Het grote boodschappenspel met Lassa.Samen met de kinderen maak je eerst een dorp door de losse stukken aan elkaar te puzzelen. Zo heb je elke keer weer een ander bord. Heb je dat gedaan dan krijg je een boodschappenlijstje en samen met Lassa gaan de kinderen de boodschappen verzamelen in verschillende winkels. Kinderen leren hierbij na te denken wat je in welke winkel koopt en ze leren ook wat rekenen, want de boodschappen moeten natuurlijk wel betaald worden. Zijn de kinderen wat ouder, dan kunnen ze ook proberen om zo goedkoop mogelijk de boodschappen te doen.
Ik denk dat de spelontwerpers van Scala eens moeten gaan werken bij de belastingdienst. Daar roepen ze steeds maar ‘Leuker kunnen we het niet maken…’. Dat gaat namelijk níet op voor de spellen van Scala. Die maken alles namelijk wel leuker. Na het grote geschiedenisspel en het grote taalspel, is er nu ook het grote rekenspel. Leuker kún je rekenen toch niet maken? De doelgroep voor het spel is groep 3 t/m 8, maar natuurlijk is ook dit spel geschikt voor jong en oud; 6-99 staat er dan ook op de doos. Natuurlijk hebben we het spel direct uitgeprobeerd. Het idee is gelijk aan het Grote Taalspel: geen dobbelsteen en via opdrachten verder komen. Wij hebben het spel gedaan voor de bovenbouw. Elk begonnen in de hoek en via het maken van sommen proberen in het eindvak 100 te komen. Onderweg moet je nog kaartjes voor een figuur verzamelen. Heb je dat figuur compleet en kun je een som maken die eindigt op 100 dan wil je het spel. Het spelbord bestaat uit 4 kwadranten, voor elke speler één (je speelt het dus met maximaal 4 spelers). In het begin krijgt elke speler 10 cijferfiches (0-9). Samen met de voor iedereen beschikbare +, -, : en x kunnen we daarmee sommen maken. Het bord kent 3 verschillende soorten vakken. Een vak met een getal, een vak met een deel van een figuur en gekleurde vakken. De cijfervakken geven aan wat de uitkomst van de som moet zijn die je met je cijfers maakt om op dit vak terecht te mogen komen. Het vak met een deel van het figuur, geeft je recht op een figuurkaartje en de gekleurde vakken laten je een vraag beantwoorden. Ik speelde het spel samen met een strateeg, net brugklasser, en verloor. Niet omdat ik de vragen niet wist, maar meer omdat hij bliksemsnel doorhad welke route je moest volgen om zo snel mogelijk bij die 100 te komen (en ik verdenk hem ervan dat hij zelf de gunstige cijferfishes uit de bank viste). 
Op een leuke manier een taal leren of op vakantie met buitenlandse kinderen een spel spelen om elkaars taal te leren? Dat kan met New Amigos, een leuk tweetalig bordspel wat je met 1 tot 4 spelers kunt spelen. Tijdens het spel leer en oefen je een ‘vreemde’ taal. Wij hebben de Nederlands-Engelse versie van New Amigos gespeeld, maar in Nederland is ook een Nederlands-Spaanse, Italiaanse of Franse versie beschikbaar. Het spel kent 3 niveaus waardoor ik het makkelijk met mijn zoon uit groep 8 kon spelen. Per niveau is er aan aantal taalkaarten met onderwerpen als getallen, conversatie, basisbegrippen, woordenschat, vervoegingen, cultuur. Woordenschat is er op elk niveau, getallen bijvoorbeeld alleen bij het laagste niveau. De eerste ronde werk je van de vreemde taal, naar het Nederlands. Je gooit met de dobbelsteen, komt op het bord op een vak met een onderwerp en je medespeler leest de Engelse woorden voor het kaartje. Heb je alles goed, dan krijg je het kaartje, gaat het fout, dan komt het kaartje weer bovenop de stapel, voor een herkansing.