Een ander taalregeltje wat wij thuis met de paplepel kregen ingegoten is de als/dan regel. Nou ingegoten… zeg maar ingestampt. Zo erg zelfs, dat mijn jongste zusje dat van jongs af aan goed zei en zo erg dat ik regelmatig op mijn tong moet bijten om het niet bij anderen te verbeteren. Waar wij ook in huis waren, mijn moeder hoorde ons. Zaten wij beneden te spelen en was zij op zolder de was aan het ophangen, dan hoorde ze ons. ‘Dan ik’, klonk het dan van boven als er weer iemand verkondigde dat iets niet eerlijk was omdat zij veel groter was ‘als mij’. Wij kinderen hebben dat overgenomen. Mijn kinderen weten niet beter, mijn echtgenoot twijfelt nog wel eens. ‘Wat is er dan fout aan?’. En die ezelsbrug hebben wij gelukkig ook meegekregen. Je moet de zin in gedachte doorpraten. Hij is sneller dan ik ben, hij kan harder lopen dan ik kan lopen, hij kan beter zwemmen dan ik kan zwemmen….. Hij is sneller als mij…ben?? Dat loopt dus niet. Maar het is zo ingeburgerd. Zelfs leerkrachten op school hoor ik het fout doen. En weer bijt ik dan op mijn tong. Soms te laat en dan krijg je rare gezichten. ‘Sorry 😉 ‘.
Nog enkele links: