Het is half vier en de kinderen gaan naar huis. Een moeder loopt richting lokaal, naar de leerkracht. Die ziet haar komen en vraagt hoe het met haar kind is. De moeder kijkt verbaasd, waar is het kind dan? ‘Nou niet hier’,zegt de leerkracht. Ze was vanochtend al niet lekker, dus toen ze vanmiddag niet kwam, nam ik aan dat ze ziek was en dat ??n van de collega’s het niet door had gegeven. Leerkracht en moeder kijken elkaar aan en beseffen dat het kind dus weg is, niet op school geweest en wel naar school vertrokken. De schrik slaat ons allen om het hart. De moeder moest om half twee direct weg, het kind was vooruit gelopen, maar niet op school gekomen. Je hoort die dingen op het journaal, je leest ze in de krant – maar toch niet jouw kind??!! Ik ga met de moeder mee naar huis, eerst daar kijken. We proberen nog maar niet te denken. Dan komt het kind de hoek om, schuchter kijkend. Verwijtend naar haar moeder ‘Waarom gingen jullie weg zonder wat te zeggen?’
Ze was de hele middag thuis gebleven. Durfde niet meer naar school, want ze had de bel al gehoord. Te laat en wat nu?
We kijken elkaar aan en halen opgelucht adem. De leerkracht later ook. Die verwijt zich toch maar niet naar huis te hebben gebeld, zodat hij het kind aan de lijn had gehad en geweten wat er aan de hand was.
We denken allemaal aan wat het ook had kunnen zijn, maar gelukkig niet was. je moet er niet aan denken toch? Jouw kind….
Marieke zegt
Oh, brrrrrrr daar moet ik echt niet aan denken.